Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Schin.] [81]Wees vrolijk, en verblijd u, [82]gij dochter Edoms, die [83]in het land [84]Uz woont! [doch] [85]de beker zal ook tot u komen, [86]gij zult dronken worden, en [87]ontbloot worden. 81. Dit spreekt de profeet spottenderwijze tot de vijanden der Joden, alsof hij zeide: Neemt uwe geneugte van ons, zolang als God u geweld over ons geeft. 82. De zin is: Verblijdt u, al onze vijanden, doch inzonderheid, gij Edomieten, gij die zo wreed over ons geweest zijt. Ziet Ps.137:7. 83. Of, bij het land Uz. 84. Van het land Uz, zie Gen.10:23, en Job 1:1. 85. Te weten de beker van den toorn Gods. De zin is: De slaande roede van des Heeren hand zal niet alleen ons treffen, maar gij zult er uw deel ook van hebben. Zie de aantekening Ps.11:6. Zie ook Jer.25:15; Micha 7:8; Obad.:16. 86. Dat is, gij zult ook Gods straffen overvloediglijk gevoelen. 87. Dat is, uwe schande en oneer zal voor alle mans ogen openbaar worden. Anders: en gij zult u ontbloten gelijk de dronken mensen plegen te doen. Zie Gen.9:21.